In het oude Rome stond vaak de afbeelding van een hond in mozaiek op de vloer aan de voordeur. Daarbij stond meestal CAVE CANEM. Wacht u voor de hond. Zoiets als ' Hier waak ik voor mijn baasje' nu.
In die tijd had ik geen hond, maar wel een lief. Hij was vervaarlijk groot, een borstkas als een volwaardige kleerkast en blokjes op zijn buik. Hij had ook MMA gedaan. De complete gevechtsmachine.
Nu had ik op zeker ogenblik een vogeltje gekocht en ze hadden me aangeraken hem uit het kooitje te nemen met handschoenen aan omdat ze een scherpe beet hadden. Elke dag beet dat beest mij fervent. Ik had er eigenlijk genoeg van. Dus ik dacht vandaag gaat hij enkel zijn hok in als hij rustig geworden is bij mij. Dus ik ga met hem in de zetel zitten, het beest tegen mijn borstkas, zodanig dat hij zou rustig worden van mijn hartslag. Hij gaf niet op. Dus ik bleef rustig positieve woorden tegen hem zeggen en hem tegen me aanhouden. Na meer dan een uur beet hij me nog. Ik zette hem maar terug in zijn hok.
Het hok stond dicht bij mij in mijn bureel en hij was erg rustig. Ik dacht dat het gewerkt had van hem zo lang vast te houden. Tot ik in het hok keek en zag dat het beest de geest gegeven had.
Ik dacht dat ik iets verkeerd gedaan had en wou geen andere vogel meer. Tot ik op de markt kwam en zag dat er een handelaar rose kanaries verkocht.
Nu moet ik zeggen dat ik nooit echt een fan geweest ben van een kanarie. Mijn grootmoeder langs vaders kant had van de kinderen een kanarie gekregen en die viel regelmatig dood. Verschillende keren werd die dan vervangen zonder dat mijn grootmoeder dat wist of mischien wist ze dat wel, er werd in elk geval niets over gezegd en de herrezen kanarie heete elke keer Pietje.
Nu deze kanarie op de markt was zalmrose. Normaal laat ik mij niet doen door markthandelaren maar deze had mij zitten. "Zal ik hem inpakken?"
Ik schrok op uit mijn overpeinzingen en zei dat ik geen eten had voor dat beest.
"Hebt ge een kot? "
"Ja dat heb ik , maar de voorganger heeft het maar veertien dagen uitgehouden."
De marktkramer deed teken naar zijn colega. "Hier, ne kilo kanarievoer. Is dat genoeg? Hij eet zes gram per dag. Nen euro en vijfentwintig cent."
Ja daar kan je niet voor sukkelen.
En zo stond ik twee minuten later met een koppel kanaries in een kartonnen doosje op de markt inclusief een kilo voer.
Ik dacht bij mezelf die heeft mij goed zitten.
De kanaries bekeken mij argwanend. Ik dacht bij mezelf om geen van die beesten ooit met een handschoen vast te pakken. Maar dat was het probleem niet. Blijkbaar kon het koppel elkaar niet uitstaan. Elke dag was dat een gevecht en na een tijdje begon mevrouw kanarie haar man echt klop te geven. Er werd gepikt en geslagen en lekkernijen moesten apart gegeven worden want de strijd om een stuk appel kon wreed zijn.
De strijd werd gewonnen door het mannetje. Hij voelde zich heer en meester en ik had schrik dat hij ook de geest zou geven. Maar neen, de vogel voelde zich prima. Hij voelde zich 'The man of the house' en hij vond dat hij me moest beschermen.
Hij floot en werd fan van K3. Als hij die meiden hoorde was het altijd feest. Dan floot hij en sprong hij van de ene stok op de andere.
Ik had al een paar keer meegemaakt dat hij kwaad was als er een man binnenkwam. Ik denk dat hij dacht met mij getrouwd te zijn ofzo. In elk geval, hij dulde geen concurrenten. Vrouwen daar had hij geen probleem mee.
Na deze mindblowing informatie het vervolg van het verhaal. Ik had dus een lief. Goed van oren en poten, 130kg spieren en niemand had zin om die man tegen te spreken.
Hij komt binnen en zet zich naast de kooi van de kanarie. Hij zat op zo een klein krukje. En hij keek is naar de vogel.
"Is dat een mannetje?"
"Ja, hij heet Flor."
Het mannelijke instinkt bij beide mannen kwam meteen boven. Flor dacht waarschijnlijk dat het hem geen bal interesseerde hoe groot die man was, of hoeveel spieren die had, zijn vrouw ( heu ik dus waarschijnlijk) ging hij niet inpalmen. Maar het zicht was geweldig. Mijn lief met heel zijn massa op dat kleine krukje naast de kanarie.
Blijkbaar vertrouwden ze mekaar niet, want regelmatig gooide mijn lief een blik in de kooi naar de vervaarlijke kanarie.
We waren iets aan het bespreken over een filmopname, maar elke keer als mijn lief iets wou terugzeggen, floot Flor erdoor. Op de duur bleek het echt wel overduidelijk dat die kanarie hem wou onderbreken.
Dus begon mijn lief harder te spreken, om daar onmiddellijk een heviger en luider gefluit te horen. Na een paar keerproberen boven de kanarie uit te komen, bekeek hij de vogel heel vies en zei: "Is dat nu een gedacht of fluit die nu altijd maar harder? "
"Nee, dat is geen gedacht, die ziet jou als rivaal en wil je weg."
Met zijn mond open van verbazing keek hij terug naar de vogel.
Tja, je kan moeilijk je vriendin haar kanarie de strot toeknijpen, dus hij bleef machteloos naar de vogel kijken. Het gekke was dat Flor niet floot als ik iets zei, maar de moment dat mijn lief terug wilde antwoorden, floot hij uit volle borst.
"Hoe kan je dat uithouden die krijst zo hard dat je er hoofdpijn van krijgt."
"Die doet dat helemaal niet als ik bij hem ben. Maar jou wil hij niet. Hij wil geen enkele man. Afpakkers zijn dat, he Flor"
"Ale, stopt, ge moedigt hem aan."
Nu had mijn lief niet lang daarvoor een verhaal verteld. Hij was op de autostrade en om één of andere reden had hij een klein autootje gekozen voor hem. Wonderbaarlijk paste hij erin, maar je zou niet denken dat zo een kolos uit zo een klein autootje zou komen, je zou eerder denken aan een schriel klein mannetje of een vrouw. Op de autostrade had hij een camion die achter hem reed en dacht ik ga vandaag is wat amok maken. Hij rijdt met zijn vrachtwagen mijn lief klem en hij stapt uit zijn vrachtwagen. Hij was wel redelijk gespierd, maar misschien 1.60m groot. Met een air van hier tot in Tokio loopt hij naar mijn lief zijn auto. Die doet traag zijn deur open en ontvouwd zich uit de auto. Net als de opgehitste vrachtwagenchauffeur aankomt en een blik naar omhoog werpt. Met een verschrikte blik kijkt hij naar mijn lief die daar rustig staat te kijken.
"Ik eeuh, kwam maar is kijken of alles in orde is met u."
"Ik heb geen problemen" zei mijn vriend.
Een beetje ongemakkelijk lachend zei de chauffeur: " Alez, dan is alles in orde dan. Nog ne goeien dag he." En haastte zich naar zijn vrachtwagen voor mijn lief kon bedenken dat hij eigenlijk kwaad had moeten zijn om van de weg gereden te zijn. Dat was wel grappig en ik bedacht dat het goed was dat kanaries niet met een vrachtwagen kunnen rijden, het had anders wel een andere wending kunnen nemen.
We zijn wijselijk ergens anders gaan zitten en mijn lief gaf nog een achterdochtige blik naar Flor, tot hij zag dat hij nu naast een goudvis zat. Hij kijkt naar de goudvis die in zijn richting kijkt en een stille monoloog voert tegen hem.
"Is dat een manneke? "
Waarop ik "Ja."
"Is dat ne kwaaie? "
Ik tegen de vis "Neen, gij zijt gene kwaaie, he schat? "
"Ja het is al goed, die wil mij waarschijnlijk ook weg. Een geluk dat hier geen hond zit, want dan zou ik hier elke keer buitengaan met nen hond aan mijn broekspijp."
Over die hond gesproken...misschien moet ik dan in plaats van cave canem, cave canary aan de deur zetten. Met uitzondering van de meisjes van K3, die zijn altijd welkom.
Reactie plaatsen
Reacties