Dit is ook een 'ten tijde van Corona' verhaal. Eric, een man die ik op het internet had leren kennen en die blijkbaar een hartsgrondige hekel had aan texten met elkaar, wou zo snel mogelijk afspreken, kwestie van mekaar beter en sneller te keren kennen. Daar kon ik best inkomen, ware het niet dat ik toen nog met mijn dozenprobleem zat en er ook veel teveel bijzettafeltjes en andere meubelen in min living stonden. Dus ik wrong tegen, haalde Corona aan, vond het te snel, maar hij bleef aandringen.
Nu was hij ook een grote en niet onknappe man en ik had wel door dat ik hem niet erg lang aan het lijntje zou kunnen houden. Dus ik vertelde hem dat het mij niet uitkwam gezien de staat van mijn woonruimte en ik niet eens wist waar ik hem zou moeten zetten.
Een " Ach, waar maak jij je nu druk over. Ik kijk helemaal niet naar rommel. Ik wil jou alleen in persoon zien, zodat ik zeker ben dat jij het bent" haalde me over de schreef om ja te zeggen.
Het was de kerstperiode, dus ik dacht ik haal wat warme hapjes en een flesje wijn en dan kunnen we gezellig babbelen.
De dag was daar. Ik zie hem op mijn oprit rijden en sta op om hem te begroeten. Nu parkeerde hij net naast de vuilbakken en hij stapte boos en geirriteerd uit omdat die blijkbaar in zijn weg stonden als hij uitstapte.
Ken je dat gevoel dat je van nog maar iemand echt te zien ineens de ingeving hebt ' neen, dat is em niet' ? Tja, dat had ik me hem. Ik had spijt als haren om mijn kop dat ik die man toegestaan had om me te overweldigen en toch een afspraak met hem te maken. Ik deed een schietgebedje dat het vlug voorbij zou zijn.
Met een nog norse bui vanwege de vuilbak veronderstel ik komt hij tot aan mijn deur.
"Aach" begroette hij mij.
"Je weet toch wel wat ik je gezegd heb? Van de rommel? " Hij wou binnenstappen, maar ik bleef in de deuropening staan.
"Hoe bedoel je? "
"Welja, het is aan jou, jij bleef aandringen. Dus je moet nu niet zeuren."
Hij was met stomheid geslagen wanneer hij mijn woonruimte zag.
"Ik heb plaats gemaakt in de zetel,....je kan daar zitten."
Eric nam plaats in de zetel. Zijn belofte om niet over de rommel te beginnen was een vage herinnering.
"Wat de f.... is dat hier? Weet ge wat ge moet doen? Ne grote container bestellen en hup, alles der in kiepen. Want dat is allemaal rommel dat ge hier staan hebt. "
"Dat is heel tof dat je dat allemaal als rommel bestempeld, maar het is niet alleemaal rommel. "
"Ach dat is wel."
Ik trachtte mij kalm te houden en zei: "Dat koffietafeltje bijvoorbeeld is wel iets waard bijvoorbeeld."
"Wa? die ouw sleur hier? " Ondertussen zette hij zijn woorden kracht bij door naar de 'sleur' te stampen.
De man begon mij hoe langer tegen te steken. Ik dacht aan mijn zalmhapjes, maar vond dit nu niet meteen het juiste moment na de belediging aan het adres van mijn salontafel om te vragen of hij wat wou drinken en ik vn die gelegenheid gebruik kon maken om de hapjes in de oven te zetten.
De man wist blijkbaar niet wanneer op te houden. " Allemaal bought is da. Nie aan twijfelen, alles in de container. "
Ik wou mijn visie duidelijk maken met een laatste poging om mijn teergeliefde salontafel te verdedigen. "Soms is het niet meteen de waarde dat iets heeft, maar de waarde die je er aan geeft. Zie mijn zoontje heeft aan deze tafel zijn eerste stapjes gezet. Hier hield hij zich vast en zo ging hij ineens naar het einde van de tafel. En ze stond bij mijn grootouders."
"En hoe oud is u zoontje nu? "
"Euh...28."
"Dan zal tem zeker die onozel ow tafel niet meer moeten hebben om te kunnen lopen. "
Ja, dat liep niet volgens plan bedacht ik. Dan zijn gsm die afging.
"Hallo?"
Een jonge vrouwenstem klonk helder aan de telefoon.
"Waar ben je?"
"Ja ik ben efkes bezig fluisterde hij."
Hij drukte verwoed op de knoppen om te verhinderen dat ik kon meeluisteren, maar ja, het tijdperk van de gsms die je tegen je oor moest houden zoals de vaste telefoons was voorbij. Dus ik kon elk woord mee horen.
Daarop keek hij naar het gespreksonderwerp van de dag, de salontafel. Ja dat ding wou niet in de container, maar verhinderde nu ook dat hij zou rechtstaan en opzij zou gaan staan om een privé gesprek te houden. En verderdoor ook geen plaats. Leve de dozen!
De jonge vrouw weer: "Zijt ge ver?"
Waarop hij: "Wat is er? "
"Ja wij staan hier nu voor de frituur en we vroegen ons a of we voor jou ook frieten moeten meenemen."
"Heu, wat frieten?"
"Ja als ge wilt moet ge het zeggen...ne grote friet met ne curryworst speciaal? "
"Ja, ja doe maar, kies maar."
"Wanneeer zijt ge hier dan? "
"Binnen een half uurke..."
Ik keek naar Eric met de vraag hoe hij zich hier zou uitredden?
"Dat was mijn dochter. Ze is in panne gevallen met haar auto en ze is in paniek. Tis donker buiten en ze hebben storm voorspeld en ik wil niet dat ze daar zo buiten staat zonder hulp. Ge verstaat dat wel he? "
Ik vroeg me twee zaken af en dat was of hij echt niet doorhad dat ik elk woord had gehoord en dat woorden als 'bang' 'paniek' 'auto' daar niet bij hadden geweest. En het andere was of die nu echt zijn dochter had gevraagd nadat hij 5 minuten bij mij was te bellen zodat hij zou kunnen ontsnappen als het hem niet aanstond.
Tja, verslagen door een pak friet. Dat komt aan, ware het niet dat ik blij was dat mijn schietgebedje vruchten had afgeworpen en dat hij inderdaad snel weg zou gaan.
Wanneer hij naar de deur ging, bleef hj volhouden aan zijn leugen. "Dat heb je als vader he, als ze in panne staan kan je opdraven. Wij zullen ons gesprek dan moeten een volgende keer doen. "
Ik deed de deur open en zei medelevend: "Ja, ja, dan moeten de vaders opdraven he."
Wanneer hij wegreed dacht ik dat hij naar zijn friet en curryworst special ging....verkeerde keuze, want ik had wijn en verukkelijke zalmhapjes. Weer te veel ( je wil toch niet tekortkomen) en al uit de vriezer en dus moesten we die allemaal zelf opeten. Ja het leven kan hard zijn.
Ik deed een knipoogje naar boven en ging naar de keuken om mijn hapjes af te bakken.
Reactie plaatsen
Reacties